Biobananen uit Costa Rica of biokoffie uit Brazilië – zijn die net zo bio als onze appelen en melk? Het antwoord is positief: ook bioproducten van buiten de EU worden volgens de regels van een biolastenboek geproduceerd en nauwkeurig gecontroleerd – net als hier.

Biobananen, biokoffie, bioavocado’s, … sommige bioproducten leggen een lange weg af voor ze bij jou op tafel komen. Als het gaat over Europese producten: die worden overal in Europa even streng gecontroleerd. Voor alle lidstaten van de Europese Unie (EU) gelden immers dezelfde regels voor de productie van en de controle op bioproducten, nl. die van de Europese biowetgeving.

Bio van buiten de EU

Komt een bioproduct van buiten de EU, dan moet het over een goedgekeurd controlecertificaat (een ‘certificate of inspection’) beschikken om de EU-markt binnen te mogen. Het controlecertificaat garandeert dat het product gecertificeerd is door een erkende instantie.

Producten van buiten de EU vallen uiteen in twee groepen:

  1. Producten uit een aantal door de EU erkende landen mogen geïmporteerd worden als de nodige biocertificaten worden voorgelegd. Het gaat om deze 13 landen: Argentinië, Australië, Canada, Chili, Costa Rica, India, Israël, Japan, Nieuw-Zeeland, Tunesië, de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Zwitserland. Deze landen beschouwt de EU als 'gelijkwaardige' landen: hun normen en controlemaatregelen werden evenwaardig bevonden aan die van de EU.

  2. Producten afkomstig uit andere landen (die meestal nog niet beschikken over een biowetgeving en -certificatiesysteem) doorlopen een speciale procedure waarbij de nodige garanties over de productie via een controlecertificaat worden meegegeven. Alleen een door de EU erkende (lokale) controle-instantie mag de bioproducten certificeren. Het biocertificaat garandeert dat de biologische producten voldoen aan normen en controlemaatregelen die gelijkwaardig zijn aan die van de EU.

Voor beide groepen geldt dat de controlerende instantie in het land zelf voor een biocertificaat zorgt, ten laatste op het moment dat de goederen het land verlaten. Bij aankomst in de EU worden dit biocertificaat en de goederen opnieuw gecontroleerd.

Krijgt alle importbio ook een EU-biolabel?

Hoewel het Europese biolabel niet verplicht is op de verpakking of op de kistkaart van importproducten, zie je het in de praktijk toch wel vaak staan. Dit gebeurt ofwel in het moederland (bij de verpakking van de exportproducten) ofwel na aankomst in de EU (bv. koffiebonen die in de EU gemalen en verpakt worden). Ook de verwijzing ‘niet-EU Landbouw’ en het codenummer van het lokale controleorgaan staan erbij vermeld (zie voorbeeld hierboven).

Het is trouwens ook mogelijk dat er producten uit de EU met producten uit de 'niet-EU landbouw' vermengd worden. In dat geval staat dat ook duidelijk op het label aangegeven.

Onthou dus

  • EU-Landbouw: alle grondstoffen uit de landbouw zijn geproduceerd binnen de Europese Unie
  • Niet-EU Landbouw: alle grondstoffen uit de landbouw zijn geproduceerd in derde landen
  • EU/Niet-EU Landbouw: een deel van de grondstoffen uit de landbouw is in de EU geproduceerd, een ander deel in een derde land

Extra controle door de EU

De EU voert regelmatig audits (i.e. controleonderzoeken) uit bij de controleorganen die erkend zijn voor de controle en certificering in niet-EU landen. De EU-auditeur gaat dan mee op pad met iemand van een plaatselijk controleorgaan naar bijvoorbeeld een bananenplantage in Ecuador, of een koffieboer in Colombia. Daarbij controleren ze de voorgeschreven werkwijzes en schrijven ze een rapport.

Populaire bio-import

Het is niet verwonderlijk dat tropisch fruit, noten en kruiden het grootste aandeel opslorpen in de Europese bio-import: samen zijn ze goed voor 24,4%. Ook bioproducten als granen, tarwe en rijst vormen een belangrijk aandeel van de import.

Maar liefst 115 landen zijn geregistreerd om bioproducten naar de EU te verhandelen. Misschien enigszins verrassend staat China op 1: het neemt 12,7% van de import voor zijn rekening. De bulk van de import uit China bestaat uit perskoeken, nl. 75% (dat is samengeperst plantaardig materiaal dat overblijft nadat olie is geëxtraheerd, en wordt gebruikt als veevoeder of meststof).

Ecuador, de Dominicaanse Republiek, Oekraïne en Turkije zijn elk goed voor 8% van de Europese importmarkt. Ecuador en de Dominicaanse Republiek verkopen vooral tropisch biofruit aan de EU; Oekraïne en Turkije verhandelen voornamelijk biotarwe en andere granen.